Overzicht & gevaren voor mensen
In Italië leven ongeveer 17 verschillende slangensoorten. In tegenstelling tot landen zoals Griekenland, Spanje of de Balkan worden in Italië slechts enkele als gevaarlijk voor de mens beschouwd. Er zijn wel meerdere soorten met gif, maar ernstige incidenten zijn uiterst zeldzaam. Echt relevant voor mensen zijn vooral twee: de adder (Aspisadder) en de zandadder (Sandadder).
Hieronder geven we een overzicht van de belangrijkste slangensoorten van Italië – in het bijzonder van de weinige, potentieel giftige vertegenwoordigers.
Onze tip:Boek accommodaties in Italië eenvoudig via Booking.com: echte beoordelingen, groot aanbod, eerlijke prijzen en flexibele annulering.
Giftslangen in Italië
1. Zandadder (Vipera ammodytes) – de giftigste slang van Europa
Ook bekend als hoornadder (Hornadder of Hornviper). Ze wordt beschouwd als de gevaarlijkste slang van Italië en komt vooral voor in het uiterste noordoosten (bijv. Friuli-Venezia Giulia, Zuid-Tirol, Trentino) en in enkele Alpenregio’s. Kenmerkend is de kleine “hoorn” op de snuit.
-
Lengte: 50–80 cm
-
Leefgebied: Droge, rotsachtige gebieden
-
Actief: Overdag en ’s avonds
-
Gevaar: Zeer effectief gif – bij beet direct medische hulp zoeken
2. Aspisadder (Vipera aspis) – vaak en wijdverspreid
Deze adder komt voor in grote delen van Italië, ook in Toscane, Piemonte, Ligurië en zelfs op Sicilië. Het gif is minder krachtig dan dat van de zandadder, maar kan toch problematisch zijn. Dodelijke beten komen zeer zelden voor.
-
Lengte: ca. 60 cm
-
Leefgebied: Middelgebergte, open bossen, tot 2000 m hoogte
-
Actief: Vooral overdag
-
Bijzonderheid: Jacht op kleine zoogdieren en vogels
3. Adderslang (Vipera berus)
In Italië alleen in het noorden te vinden – bijvoorbeeld in Zuid-Tirol, rond het Gardameer of in alpine gebieden. In Midden-Europa (incl. Duitsland) veel vaker. Een beet is meestal alleen gevaarlijk voor kinderen of verzwakte personen.
-
Lengte: 50–70 cm
-
Kenmerk: Zigzag-motief op de rug
-
Leefgebied: Koude, vochtige gebieden
4. Steppeadder (Vipera ursinii)
Een kleine, vrij zeldzame giftslang. Ze komt in Italië slechts op enkele plaatsen voor – bijvoorbeeld in Midden-Italië (Abruzzen, Lazio, Umbrië). Het gif is wel sterk, maar de geringe hoeveelheid maakt haar voor de mens minder gevaarlijk.
-
Lengte: 30–50 cm
-
Bijzonderheid: Zeldzaam, bedreigd
5. Europese gladde slang (Malpolon monspessulanus)
Deze soort is licht giftig en voor mensen normaal gesproken onschadelijk. De giftanden liggen in het achterste deel van de bek. In Italië komt zij alleen voor in het noordwesten (Piemonte, Ligurië).
-
Lengte: tot 2 meter
-
Bijzonderheid: Erg schuw, bijt alleen in uitzonderlijke situaties
6. Kapuzennatter (Macroprotodon cucullatus)
Onzekere gegevens: Mogelijk komt zij voor op het eiland Lampedusa. Ook zij is licht giftig, maar ongevaarlijk voor mensen. Hun belangrijkste verspreidingsgebied is Noord-Afrika en het zuiden van het Iberisch Schiereiland.
Zijn slangen in Italië gevaarlijk?
De kans om in Italië een werkelijk gevaarlijke slang tegen te komen is klein. In toeristische regio’s zoals Toscane, rond het Gardameer of aan de kusten worden slangen zeer zelden gezien. Slangenbeten zijn extreem zeldzaam – dodelijk verlopen ze in Italië vrijwel nooit.
Tip: Wie in afgelegen gebieden wandelt, moet stevige schoenen dragen en niet in spleten tussen rotsen of onder stenen grijpen.
Niet giftige slangen in Italië
In Italië leven niet alleen enkele giftige slangensoorten, maar ook talrijke volledig onschadelijke vertegenwoordigers. Veel van deze slangen zijn schuw, goed gecamoufleerd en absoluut ongevaarlijk voor mensen. Sommige soorten zijn zelfs belangrijk voor het ecologische evenwicht, omdat ze knaagdieren of amfibieën eten.
Hieronder vind je een overzicht van de belangrijkste ongevaarlijke slangensoorten van Italië – met info over leefgebied, gedrag en verspreiding.
1. Ringslang (Natrix natrix)
De ringslang is een van de bekendste en meest verspreide slangen van Europa – ook in Italië komt ze veel voor.
-
Verspreiding: Bijna heel Italië
-
Leefgebied: Dicht bij water
-
Voedsel: Kikkers, padden, kleine vissen
-
Kenmerken: Twee lichte halsvlekken, meestal grijs tot olijf groen
2. Ruitenslang (Natrix tessellata)
Ook wat waterrijk, maar zeldzamer dan de ringslang. Goed gecamoufleerd, leeft meestal in rivieren en meren.
-
Verspreiding: Italiaanse schiereiland (niet op Sicilië en Sardinië)
-
Leefgebied: Oevergebieden, stilstaand of stromend water
-
Bijzonderheid: Uitstekende zwemmer
3. Ringslang-achtige (Coronella austriaca)
Deze kleine, onopvallende slang wordt vaak verward met de adder – maar is ongevaarlijk.
-
Verspreiding: Bijna heel Italië en Sicilië (niet in Apulië en niet op Sardinië)
-
Leefgebied: Droog struikgewas, bosranden
-
Kenmerken: Donkere lengtestreep achter het oog, bruin-grijs
4. Apennijnslang (Zamenis longissimus / Zamenis lineatus)
Twee ondersoorten:
-
De lichtere soort (Z. longissimus) in het noorden
-
De donkere soort (Z. lineatus) in het zuiden en op Sicilië
-
Verspreiding: Heel vasteland, afhankelijk van de soort
-
Bijzonderheid: Symbooldier van de geneeskunde (Eselsstaf)
-
Lengte: Tot 2 meter mogelijk
5. Vierstreeppython (Elaphe quatuorlineata)
Een van de grootste slangen van Europa, maar volledig ongevaarlijk. Zeer imposant, maar erg schuw.
-
Verspreiding: Midden- en Zuid-Italië (niet in het Noorden)
-
Leefgebied: Open landschappen, olijfgaarden, boerderijen
-
Kenmerken: Vier donkere strepen langs het lichaam
6. Geelgroene boosadder (Hierophis viridiflavus)
Zeer snelle, actieve slang die bij bedreiging graag bijt – maar niet giftig.
-
Verspreiding: Bijna heel Italië, ook Sardinië & Sicilië
-
Kleur: Zwart-geel gevlekt of gestreept
-
Bijzonderheid: Vooral in de zon actief
7. Luipaardslang (Zamenis situla)
Een opvallend mooi gekleurde, zeldzame slang – oranje, grijs en zwart gevlekt.
-
Verspreiding: Zuid-Italië, Calabrië en Sicilië
-
Leefgebied: Rotsachtige, droge gebieden
-
Opmerking: Sterk bedreigd, streng beschermd
8. Girondische gladde slang (Coronella girondica)
Zeer zeldzame soort met verspreiding in Noord- en Midden-Italië, maar niet in de Alpen.
-
Verspreiding: Noord- en Midden-Italië
-
Leefgebied: Rotsachtig terrein, droge heuvels
10. Vipernatter (Natrix maura)
Hoofdzakelijk op Sardinië en eventueel op Lampedusa te vinden.
-
Verspreiding: Westelijke Middellandse Zee-eilanden
-
Herkomst: Eigenlijk typisch voor Spanje en Noord-Afrika